Installatiepremie moet rekening houden met kinderen

Door Valerie Van Peel op 6 december 2017, over deze onderwerpen: Armoede, Uitkeringen, Huren

Daklozen die een woning betrekken hebben één keer in hun leven recht op een zogenaamde installatiepremie van ruim 1.190,27 euro. Daarmee kunnen ze de woning bemeubelen. Momenteel bestaan daar twee verschillende wetgevingen voor: sommigen krijgen een som geld per adres, anderen een som per volwassene. “Dit budget van jaarlijks meer dan 12 miljoen euro kan beter gespendeerd worden”, vindt Kamerlid Valerie Van Peel. Zij stelt voor om voortaan één premie per adres te voorzien en een toelage van 125 euro per inwonend kind.

Extra toelage per kind

“Het is niet logisch dat drie broers of vrienden die na bijvoorbeeld een verblijf in een asielcentrum gaan samenwonen meer dan 3.400 euro kunnen ontvangen, terwijl een alleenstaande moeder van twee kinderen het met 1.190,27 euro moet doen”, zegt Van Peel. “Eén premie per adres is de meest logische keuze. Wie met drie volwassenen samenwoont, heeft immers niet plots drie ijskasten nodig. Maar met de extra toelage per kind kan een ouder wel de aparte kamer voor zoon of dochter inrichten.”

Wordt een premie verdeeld over verschillende volwassenen op één adres, dan behoudt elk van de bewoners het recht op het niet-uitgekeerde deel. Dat kan van pas komen als die persoon opnieuw dakloos wordt en daarna zou besluiten alleen te gaan wonen. De extra toelage van 125 euro voor de kinderen wordt in een latere levensloop niet meegerekend. Eenmaal volwassen behoudt het kind dus het recht op een volledige installatiepremie. In 2016 werden er in totaal 10.731 van die premies uitgekeerd.

Valerie Van Peel gaf hierover extra uitleg in De Ochtend. Beluister het gesprek hieronder (6:27).

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is