Ruimere keuze voor asbestslachtoffers

Vandaag vindt voor het hof van beroep het proces plaats tegen Eternit. Dat asbestverwerkende bedrijf werd in 2011 veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de familie Jonckheere, maar tekende toen beroep aan. Tot nu toe heeft enkel die familie Jonckheere zo'n proces kunnen opstarten. Nagenoeg alle asbestslachtoffers kiezen immers voor een snelle vergoeding via het Asbestfonds, ook al doen ze daarmee automatisch afstand van hun recht om te procederen. “Het is onrechtvaardig dat doodzieke slachtoffers moeten kiezen tussen die vergoeding of hun rechten”, stelt Kamerlid Valerie Van Peel, die een wetsvoorstel indiende om grondig aan de asbestwet te kunnen sleutelen en beide opties te combineren.

"De slachtoffers moeten de keuze hebben of ze al dan niet een klacht indienen, zelfs al hebben ze een vergoeding gehad. Zo kunnen ze niet enkel financieel maar ook moreel hun zaak beslechten", vindt Van Peel.

Verjaringstermijn aanpassen

Vandaag kiezen de slachtoffers vrijwel altijd voor een vergoeding van het Asbestfonds. Dat gaat sneller en een rechtszaak zet technisch gezien geen zoden meer aan de dijk, omdat de absolute juridische termijn van twintig jaar bij het opduiken van asbestgerelateerde ziektesymptomen al lang verstreken is. Daarom wil Van Peel ook de verjaringstermijn aanpassen naar een termijn die pas begint te lopen vanaf het moment dat de diagnose wordt gesteld, en vijf jaar later verstrijkt. "De keuze om een juridische procedure op te starten, moet blijven liggen bij het slachtoffer en de familie", besluit het Kamerlid.