U bent hier
N-VA zet rechten van donorkind centraal
De N-VA wil een Bewaar- en Beheersinstituut voor Donorgegevens (BBID) oprichten, dat alle gegevens van eicel- en spermadonoren centraal zal bijhouden en beheren. Als onafhankelijke instantie zal het BBID bovendien bemiddelen tussen alle betrokkenen. Zogenoemde donorkinderen zullen er vanaf hun twaalf jaar terechtkunnen voor de medische en niet-identificeerbare gegevens van hun donor. En vanaf zestien jaar voor de identificeerbare gegevens. “Als wetgever hebben we de rechten van die kinderen te lang genegeerd”, vindt N-VA-Kamerlid Valerie Van Peel, die het wetsvoorstel in kwestie indiende. “Tijd dat we dat rechtzetten.”
Wanneer een kind identificeerbare informatie opvraagt over zijn of haar donor, wordt die daarvan op de hoogte gebracht. Bij een gemotiveerd bezwaar van de donor zal het BBID de belangen moeten afwegen, maar in principe krijgt het kind altijd voorrang. Donoren van voor de nieuwe wetgeving zullen, net als in Nederland, enkel op vrijwillige basis hun medische en andere gegevens overmaken. Het BBID zal ook zorgen voor een betere psychosociale begeleiding van de wensouders, donoren en kinderen in elke fase die zich voordoet.
Met het wetsvoorstel, dat de anonimiteit van toekomstige eicel- en spermadonoren opheft, kiest de N-VA voor het recht van het kind op het kennen van zijn afkomst, zonder daarbij de belangen van de wensouders en donoren uit het oog te verliezen. “Ook voor de wensouders is de vraag van hun kinderen om meer informatie op latere leeftijd soms heel confronterend”, leerde Van Peel uit getuigenissen in de Kamer. “De keuze voor anonimiteit, die op het moment van de conceptie het veiligst leek, kan later verkeerd aanvoelen. Dan is er echter geen weg terug. Het is niet juist die keuze bij de ouders te leggen op een moment dat de drang naar een kind zo groot is.”
Niet minder maar andere donoren
“Een van de bezorgdheden van de sector is dat het aantal donoren daalt wanneer de anonimiteit vervalt. Maar cijfers uit het buitenland bewijzen dat dit niet het geval is. In Nederland en het Verenigd Koninkrijk wist men dit aantal zelfs op te trekken”, stelt Van Peel vast. “Wel krijg je een ander profiel. Waar het vroeger vooral studenten waren die zonder veel nadenken doneerden, krijg je in die landen vaak donoren die zelf al kinderen hebben. Zij gaan daar veel bewuster mee om.”