Uitbreiding wet moet meer bloeddonoren opleveren

Door Valerie Van Peel op 15 juni 2015, over deze onderwerpen: Bloed geven, Verandering
Uitbreiding wet moet meer bloeddonoren opleveren

Mensen met erfelijke hemochromatose of ijzerstapeling, een ziekte waarbij het lichaam te veel ijzer uit de voeding opneemt, en die daarvoor aderlatingen ondergaan, mogen momenteel geen bloed geven. De aderlatingen die zij in het kader van hun behandeling moeten ondergaan, zouden niet voldoen aan het zogeheten altruïstische karakter van een bloeddonatie. “Onterecht”, vindt N-VA-Kamerlid Valerie Van Peel. "Een behandeling kan verplicht zijn, maar de donatie achteraf een vrije keuze." Via een nieuw wetsvoorstel wil zij de keuze aan de patiënt laten.

Van de naar schatting 60.000 patiënten in België die lijden aan erfelijke hemochromatose, zijn er momenteel 1500 die regelmatig aderlatingen ondergaan om het ijzergehalte in hun organen en bloed te normaliseren. Zij worden echter geweigerd als bloeddonor. Dat betekent dat er jaarlijks duizenden perfect bruikbare bloedzakjes worden weggegooid. “In tijden van tekorten is het weggooien van nuttig en gezond bloed ethisch niet te verantwoorden”, vindt Van Peel. “De Hoge Gezondheidsraad stelde al in 2014 dat het bloed van donoren met hemochromatose geen risico inhoudt. Het bloed bevat in de beginperiode van de behandeling meer ijzer, maar is verder normaal.” Dat benadrukt ook het Rode Kruis.

Het probleem zit hem in de wetgeving omtrent bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong. De interpretatie van het ‘altruïstisch principe’ in die wet heeft tot een verbod geleid op elke donatie die niet vrijwillig gebeurt, om anderen te helpen, en met de toestemming van een niet-vergoede donor. Bloeddonatie na een medische afname wordt gecatalogeerd als een behandeling en zou daarom niet op vrijwillige basis gebeuren. De vraag rijst echter of zo’n therapeutische bloedafname niet te verzoenen valt met het altruïstisch doneren van bloed en bloedderivaten. Uit internationaal onderzoek onder 35 bloedtransfusiecentra in 33 landen blijkt alvast dat 23 van die centra donoren met hemochromatose wél toelaten.

Onbegrijpelijke verspilling

Veel patiënten vinden het dan ook een onbegrijpelijke verspilling dat hun bloed wordt weggegooid. “Vaak zijn het heel bereidwillige, regelmatige en trouwe bloedgevers, wat transfusiezekerheid ten goede komt. Bovendien zijn er nog de patiënten die geen aderlatingen moeten ondergaan, maar wél bloed willen geven. Ook zij kunnen geweigerd worden of zijn zich er momenteel niet van bewust dat ze wel degelijk bloed mogen geven”, aldus Van Peel. Daarom dient zij nu een wetsvoorstel in om die mensen op dezelfde manier te behandelen als andere potentiële donoren. Chemochromatosepatiënten die verder gezond zijn, zullen na een aderlating dus kunnen kiezen om hun bloed te doneren of te laten vernietigen als biologisch afval.

Extra donaties

Elk jaar verliezen bloedtransfusiecentra donoren omdat ze de leeftijdsgrens hebben bereikt of een van de contra-indicaties voor bloeddonatie optreedt. Door de grotere alertheid en de verbeterde diagnoses voor erfelijke hemochromatose bestaat bovendien het risico dat er nog meer donoren verloren gaan. Om het aantal donoren op te voeren, werden eerder al aanpassingen in de wetgeving aangebracht, waarvan de impact zonder meer positief is. De wet Ide, bijvoorbeeld, verhoogde de leeftijdsgrens tot de dag waarop je 71 jaar wordt. Dat leidde sinds 2011 tot ruim 12.500 donaties van 65- tot 70-jarigen in Vlaanderen.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is