U bent hier
N-VA wil voormalige asbestbedrijven de rekening presenteren
Het aantal oud-fabriekswerknemers en omwonenden dat long(vlies)kanker of asbestose krijgt, piekt. Als zij een vergoeding krijgen van het Asbestfonds, kunnen ze niet meer naar de rechter stappen tegen asbestbedrijven. 'De vervuiler betaalt nog altijd niet.'
In de jaren zeventig dreef de Belgische asbestnijverheid de productie en consumptie op tot ongeziene hoogten. Vooral asbestcement - dat toen het materiaal bij uitstek was voor onder meer rioolbuizen en dakbedekking - zat in de lift. Wellicht ligt die industriële krachttoer aan de basis van het piekend aantal asbestslachtoffers dat vorig jaar en vermoedelijk ook nog dit jaar erkend wordt in ons land, zegt Alexander Van de Sande van het Asbestfonds. 'Met een incubatietijd van 30 à 40 jaar is het niet onlogisch dat we in 2015 292 gevallen van asbestose en longvlieskanker erkenden, een stijging van 60 procent tegenover 2014.'
Alle asbestslachtoffers in België kunnen aankloppen bij het Asbestfonds, dat snel handelt en zo'n 1.800 euro per maand uitkeert aan het slachtoffer. 'Dat onze procedure niet te lang moet duren, is een understatement. De meeste mensen met longvlieskanker leven nog 6 maanden tot 2 jaar nadat de diagnose wordt gesteld', zegt Van de Sande. 'Bij het overlijden krijgt de partner eenmalig ongeveer 35.000 euro, elk kind zo'n 30.000 euro.'
Maar voor wie bij het Asbestfonds aanklopt, zit er wel een grote adder onder het gras. Met het aanvaarden van de vergoedingen doet het asbestslachtoffer automatisch afstand van zijn recht om het verantwoordelijke voormalige asbestbedrijf aan te klagen bij de rechtbank. Dat 'historisch compromis' vloeit voort uit een overleg met onder andere de asbestnijverheid zelf.
Omdat de tijd en energie van de asbestslachtoffers schaars is, kiest nagenoeg iedereen voor het Asbestfonds. Bovendien brengt een rechtszaak technisch gezien geen zoden meer aan de dijk omdat de absolute juridische termijn van 20 jaar bij het opduiken van asbestgerelateerde ziektesymptomen al lang verstreken is.
'Cynisme en winstbejag'
'Dit is onrechtvaardig', zegt Valerie Van Peel (N-VA) die met partijgenoten Renate Hufkens en Yoleen Van Camp een wetsvoorstel heeft ingediend om grondig aan de asbestwet te sleutelen. 'Wij willen dat mensen de keuze hebben of ze al dan niet een klacht indienen. Dat ze niet enkel financieel maar ook moreel hun zaak kunnen beslechten. Dat er een uitspraak wordt gedaan over schuld en onschuld. De vervuiler betaalt nog altijd niet nu.'
Van Peel wil naast de combinatie van de vergoeding van het Asbestfonds en een rechtszaak ook de verjaringstermijn aanpassen naar een termijn die pas begint te lopen vanaf het moment dat de diagnose wordt gesteld, en vijf jaar later verstrijkt.
Met die voorstellen staat de deur op een kier voor lange, dure rechtszaken. 'Is dat voorstel echt ingediend?', vraagt Patrick Baelemans van Eternit - een van de gewezen Belgische asbestbedrijven - verbaasd. 'Ik dacht dat we het Astbestfonds net hadden opgericht om mensen snel en correct te vergoeden. Morele schade? Ik heb veel respect voor de slachtoffers maar ga verder niet reageren.'
Sinds het ontstaan van het Asbestfonds in 2007 bond slechts één Belg de David tegen Goliath-strijd aan. Eric Jonckheere, die zijn vader, moeder en twee broers verloor aan longvlieskanker, kreeg na jarenlang procederen tegen Eternit een schadevergoeding van 250.000 euro. De rechter sprak van 'ongelooflijk cynisme van Eternit' dat 'uit winstbejag de wetenschap opzijgeschoven heeft'.
De covoorzitter van de Vereniging van Asbestslachtoffers (Abeva) wordt even stil van het nieuws. 'Als dat voorstel erdoor komt, zou dat fantastisch zijn. Dan is het eindelijk fini met die hele lobby die Eternit beschermt, en met deze machteloze situatie. Dan is het niet langer David tegen Goliath.'
(Bron: De Standaard, 5 augustus 2016, p. 4)
Bekijk ook:
(Bron: kanaalZ, 5 augustus 2016)