U bent hier
Interview met Valerie Van Peel: "Leven en dood, daar gaan wij niet licht over"
Nieuw-Vlaams Magazine, december 2019
Abortus en euthanasie zijn heikele ethische kwesties. Wanneer het gaat over leven en dood, leidt dat onvermijdelijk tot verhitte en niet altijd even redelijke debatten. Dat de redelijkheid ook in de Kamer soms ver te zoeken is, kon Valerie Van Peel de afgelopen maanden zelf ervaren. “In zaken die gaan over leven en dood kan je niet zomaar de vraag naar experten wegwuiven.”
Valerie, jij liet je al een paar keer kritisch uit over de debatten rond euthanasie en abortus. Wat stoort jou eraan?
Een paars-groene meerderheid, aangevuld met PVDA, profiteert ervan dat de regering geen volheid van bevoegdheid heeft om snelsnel een aantal ethische dossiers door te duwen. En dat zonder een echt debat toe te laten in het parlement. De vraag om experten, zorgverleners en mensen uit het veld te horen, wordt systematisch weggewuifd en weggestemd. Ik vind dat onbegrijpelijk in zaken die gaan over leven en dood. Onze partij wil die debatten niet uit de weg gaan en ze juist grondig voeren. Maar dat wordt ons onmogelijk gemaakt.
Vorig jaar was er wel een ruim debat over abortus.
Dat klopt. Toen leefde de vraag om vrijwillige abortus uit de strafwet te halen. Daarover werd grondig gedebatteerd. De Zweedse meerderheid heeft de abortuswet aangepast, zodat abortus – binnen de voorwaarden van het wettelijke kader – terecht niet langer als een misdrijf beschouwd wordt. Bovendien hebben we ervoor gezorgd dat de bedenktijd van zes dagen er niet toe kon leiden dat men buiten de maximale termijn van twaalf weken zwangerschap zou vallen. De facto is abortus sindsdien dus mogelijk tot bijna dertien weken. De meeste Europese landen houden het op tien of twaalf weken. Nu is de nieuwe wet nog niet geëvalueerd of paars-groen wil hem al opnieuw wijzigen. Ze willen van abortus een gewone medische handeling maken, alsof dat in niets verschilt van een tand laten trekken. Ze willen de maximale termijn voor abortus optrekken tot achttien weken – wat de helft van een zwangerschap is – en de bedenktijd sterk inkorten. Op mijn vraag in de commissie waarop men zich daarvoor baseert, komt er geen enkel antwoord. Het enige ‘argument’ dat ik in hun voorstellen lees, is dat paars-groen de ambitie heeft om de prijs van ‘ethisch meest vooruitstrevende land’ in de wacht te slepen. Ik vind dat onvoorstelbaar.
Hun argument: jaarlijks laten 500 vrouwen in Nederland een abortus uitvoeren. Helpen we die vrouwen niet liever bij ons?
Natuurlijk. Daarom wil ik begrijpen waaróm die vrouwen naar Nederland gaan. Zijn dat vrouwen die al langer dan twaalf weken zwanger zijn? Zo ja, waarom wachten ze tot na de twaalfde week om te beslissen over een abortus? Staan die vrouwen onder druk? Zijn het misschien vrouwen die aan de grens wonen en dus dichter bij Nederlandse abortuscentra?
Het antwoord op al die vragen kennen we niet. Enkel door het waarom te begrijpen kan je die vrouwen echt helpen. En helpen voorkomen dat ze een abortus als deze moeten ondergaan, want dat moet toch het eerste doel zijn. Daarom hebben we ook meermaals gevraagd om de huidige wetgeving eerst te evalueren en experts te horen over de problematiek.
Men weet zelfs niet hoeveel van die vrouwen geholpen zouden zijn met een termijn van achttien weken. Men gebruikt hen, met andere woorden, om een eigen agenda door te drukken. Als ‘conservatief’ betekent evalueren, experten horen en ernstig debatteren met wetenschappelijke argumenten alvorens de huidige wetgeving aan te passen, dan draag ik die titel met trots.
Vind jij het te verregaand om abortus toe te staan tot achttien weken?
Dat de grens vandaag op twaalf à dertien weken ligt, heeft een reden. De foetus is nog maar weinig ontwikkeld en de ingreep kan gebeuren met een zuigcurettage. Op achttien weken is zo’n ingreep veel ingrijpender voor de vrouw. Zowel op fysisch als op psychologisch vlak. Dan gaat het over een minibevalling of verwijdering met instrumenten. Met een veel hogere kans op complicaties ook. Bovendien is een foetus van achttien weken veel meer ontwikkeld dan op twaalf weken en leunt hij dicht aan tegen de levensvatbaarheidsgrens. Voor de N-VA zijn dat elementen die door - wegen in de discussie. Het gaat uiteindelijk over leven en dood. Daar gaan wij niet licht over.
Paars-groen wil de bedenktijd van zes dagen naar 48 uur brengen. Vind je het niet stigmatiserend dat vrouwen ‘bedenktijd’ nodig hebben?
Die bedenktijd is er niet zomaar gekomen. Bij het overgrote deel van de vrouwen zullen die zes dagen de beslissing niet meer veranderen, al helpt die periode wel om zich psychologisch voor te bereiden op de ingreep. De bedenktijd is er vooral voor die groep van vrouwen die bijzonder kwetsbaar zijn: zij staan misschien onder druk, of verwerken een relatiebreuk waardoor ze mogelijk niet om de juiste redenen voor een abortus kiezen. De bedenktermijn van zes dagen beschérmt juist de allerzwaksten. Net daarom is het onbegrijpelijk dat de paars-groene meerderheid die wil terugbrengen tot 48 uur. In Nederland, waar paars-groen zo graag naar verwijst, duurt de bedenktijd bovendien ook nog steeds vijf dagen.
Er wordt ook voorgesteld om de strafbepalingen te schrappen.
Dat vind ik bijzonder vreemd. Welk nut heeft een wet die zegt onder welke voorwaarden je een abortus mag plegen, maar die vervolgens niet zegt hoe de naleving ervan zal verzekerd worden? Door elke strafbepaling te schrappen zeg je eigenlijk: abortus is een absoluut recht, je mag het – bij wijze van spreken – ongestraft doen tot één dag voor de geboort e. Ik vind dat compleet onverantwoord. Ook daarvoor is er geen enkele onderbouwing. En ook op dat vlak gaan we verder dan Nederland, waar die strafbepalingen om evidente redenen wel behouden zijn.
Maakt de N-VA van de wijziging van de abortuswet een breekpunt voor de regeringsonderhandelingen?
Aangezien wij geen enkel argument ten gronde horen in dat debat, zullen wij ons inderdaad verzetten tegen dat voorstel. Er is geen Vlaamse meerderheid voor. En geen draagvlak bij de bevolking. Als de wet er komt, dan verzeker ik u dat we dat op de onder handelingstafel van de regeringsvorming brengen.
Open Vld lanceerde recent ook een voorstel om euthanasie mogelijk te maken bij dementie.
Die timing is bijzonder ongelukkig. Alsof men beseft dat het debat rond abortus niet de juiste snaar heeft geraakt bij de bevolking en men daarom dus maar snel met een nieuw thema op de proppen komt. Maar ik vind die discussie anders, want het valt niet te ontkennen dat dat echt leeft bij de Vlamingen. Alleen stoort het me wel dat de paarsgroene meerderheid ook op dat vlak niet verder komt dan wat slogans, en dat ze de publieke opinie zaken wijsmaakt. Terwijl een debat over een waardig levensein de ook waardig zou moeten verlopen, zoals dat in het verleden het geval was.
Hoe kijk jij naar euthanasie bij dementie?
Ik begrijp dat mensen zelf willen kunnen beslissen over hoever het lijden mag gaan. Absoluut zelfs. Alleen moeten we zien dat we daarop de juiste antwoorden kunnen geven. En dan moet je breder kijken dan euthanasie. Dan moeten we ook praten over hoe palliatieve zorgen vandaag toegepast worden, en over therapeutische hardnekkigheid (wanneer men een zinloos geworden behandeling toch blijft doorzetten, red.). Maar bovenal zou men eerst eens de toepassing van onze euthanasiewetgeving moeten evalueren. De wet is ontstaan in 2002 en sindsdien is dat nooit gebeurd.
Binnen de geest van die wet kan er al heel veel. Dementie is een ziekte die heel traag en onvoorspelbaar evolueert. Met de huidige wet kan men, in relatie met een arts, tot een heel late fase in de ziekte zelf aangeven dat het genoeg is geweest. Dat is zelfbeschikking. Open Vld wil, net als in Nederland, mogelijk maken dat euthanasie toegepast kan worden op iemand die die vraag níét meer kan uiten. Weliswaar op iemand die in een wilsverklaring een grens heeft aangegeven, maar die op dat moment onmogelijk kon inschatten welke persoon hij dan, in die latere fase, zou zijn. Iemand die op het moment zelf niet meer kan aangeven of hij of zij het nog daadwerkelijk wil.
Dat heeft met zelfbeschikking nog weinig te maken.
De keuze om over te gaan tot euthanasie ligt dan inderdaad volledig bij de naasten en de artsen. Een bijzonder moeilijke keuze. Een keuze ook die misbruik kan uitlokken. In Nederland staat dat na al die jaren nog steeds ter discussie. Daarom ook dat het maar amper gebeurt: gemiddeld slechts één keer per jaar. Terwijl er jaarlijks wel een 160 euthanasie plegingen gebeuren op mensen met dementie in een vroeger stadium. Dat is niet zomaar.
Dus stel euthanasie bij vergevorderde dementie niet voor als de wonderoplossing, want dan maak je de mensen iets wijs. In Nederland kan het al sinds 2002. Op de 62 000 gevallen van euthanasie zijn er slechts vijftien toegepast bij vergevorderde dementie. En één daarvan leidde tot een strafklacht, omdat de vrouw in kwestie zich op het moment zelf hevig verzette. Het idee dat dit voorstel een mirakeloplossing zou zijn, klopt dus niet.
Maar ben jij er dan tegen?
Neen, dit is een debat dat we echt moeten aangaan. Maar met de juiste nuances en vragen. En met voldoende aandacht voor alle kanten van het verhaal. Alleen zo kunnen we het beste antwoord bieden op de terechte bezorgdheid van iedereen om waardig oud te worden. Ik wil dat men in dat debat ook niet voorbij gaat aan de zorg die we willen geven aan onze ouderen. Het gevaar is dat mensen die zorg nodig hebben, steeds minder het gevoel hebben dat ze in onze maatschappij de ondersteuning van anderen mogen verwachten. Ik sta absoluut achter onze euthanasiewet als een recht voor diegenen wiens leven alleen nog lijden omvat. Maar ik pas voor een maatschappij waarin mensen zich overbodig voelen, of zichzelf als een last gaan zien. Ik zal in de eerste plaats altijd streven naar een verbetering van de omkadering, zodat zo weinig mogelijk mensen die moeilijke keuze moeten maken.