U bent hier
Arts die valse ziekteattesten schrijft, blijft buiten schot
Op een arts die zich manifest schuldig maakt aan het schrijven van valse ziekteattesten, bestaat vandaag geen enkele controle. “En dat kan niet”, vindt Kamerlid Valerie Van Peel. “Het RIZIV heeft twee sociale inspectiediensten. En ondertussen hebben we ook een meldpunt sociale fraude. De focus ligt vandaag echter volledig op de burger die fraude pleegt. Een arts die willens en wetens aan die fraude meewerkt, heeft niets te vrezen. Voor ons heeft het RIZIV hier toch een duidelijke opdracht te vervullen.”
Het overgrote deel van de artsen gaat zeer correct om met ziekteattesten. Maar wie dat niet doet, schaadt een hele beroepsgroep én werkt mee aan sociale fraude. De vele artsen die wel correct werken en ter zake de deontologie respecteren, worden door de berichtgeving immers mee in diskrediet gebracht. Denk maar aan de stakingen bij Belgocontrol en de cipiersstaking, waarbij de stakers een ziektebriefje binnenbrachten om op die manier toch hun volledig loon te ontvangen in plaats van een stakersvergoeding,
Controleartsen tussen hamer en aambeeld
Nog maar onlangs verklaarden enkele controleartsen in de pers dat “het gemak waarmee sommige artsen ziekteattesten voorschrijven op zijn minst vragen doet rijzen”. Vandaag voelen zij zich echter niet geroepen om die fraudeurs met naam en toenaam te melden. “De controleartsen voelen zich vandaag niet alleen tussen hamer en aambeeld zitten omdat ze in dienst zijn van de ziekenfondsen, die financieel niet gebaat zijn bij al te strenge controles. Ze hebben daarvoor simpelweg ook geen duidelijk aanspreekpunt”, verduidelijkt Van Peel. “Ze staan te vaak geïsoleerd tegenover collega’s die ze moeten controleren. Net daarom hebben wij een wetsvoorstel klaar dat de controleartsen onderbrengt bij het RIZIV, om hun werking te standaardiseren en gerichter te sturen.”
Geen heksenjacht
“Pas op, het is geenszins de bedoeling een heksenjacht te voeren. Het uitschrijven van een ziekteattest is geen wetenschap. Maar manifest oneigenlijk schrijfgedrag moet in kaart te brengen zijn”, besluit Van Peel. “Het gaat over enkele rotte appels die bij de betrokkenen snel bekend zijn.”